Ik heb deze brief aan mijn vader geschreven op de verjaardag van mijn zus Jeannette, die ook bij ons in de woongroep woont.
Hallo pap en mam, 3 april 2017
Pap, ik hoop dat je dit leest, ik
heb een nacht doorgewerkt. Ik hoop dat je echt probeert tot je door te laten
dringen wat ik schrijf. Want anders komen we nooit verder. Wat ik schrijf is
geen onzin. 'Koos, er zit meer in dan je
denkt', de woorden die oma ( de moeder van
mijn moeder) meer dan 50 jaar geleden heeft gezegd en mama elke dag herhaalt,
hebben jóu nog niet bereikt.
Ik vind het een erg onaardige
mail voor de verjaardag van Jeannette. (Mijn vader zegt dat hij vindt dat we
maar (weer) eens een maand niet moeten komen, en nadenken wat er de laatste
jaren gaande is en hij tot rust kan komen).
Erg dat je mama pijn doet en haar het contact met haar dochters niet gunt. We komen in de eerste plaats voor mama. Ze kan bijna niet meer en nog blijf je haar pijn doen. Heel erg waar je mee bezig bent. Je kunt beter stoppen met pijn doen en stoppen met die rot medicijn carbasalaatcalcium, de bloedverdunner die mama doodmoe maakt.
Erg dat je mama pijn doet en haar het contact met haar dochters niet gunt. We komen in de eerste plaats voor mama. Ze kan bijna niet meer en nog blijf je haar pijn doen. Heel erg waar je mee bezig bent. Je kunt beter stoppen met pijn doen en stoppen met die rot medicijn carbasalaatcalcium, de bloedverdunner die mama doodmoe maakt.
Aart heeft al 40 jaar geen enkel
contact gemaakt met zijn zussen, dat is voor jou allemaal oké. Ik heb gehuild
en heb moeten accepteren dat ik niets in te brengen heb als vrouw, als
zus. Het elkaar mogen uitsluiten komt van jou. Het heeft me alleen
nog meer gemotiveerd om te kiezen voor openheid, delen, elkaar helpen, liefde,
eerlijk zijn, elkaar vertellen wat je niet fijn vindt, zonder elkaar pijn te
doen of uit te sluiten. Vrijblijvend alles kunnen zeggen heeft echt wel consequenties,
ook jouw pijn doen.
Mama wil dat helemaal niet en
leeft dat ook niet voor.
Zij wil niets liever dan haar kinderen zien
Dwaas en onbegrijpelijk vindt
mama dat jij zo met je dochters omgaat. Ze vindt het heel erg dat je niet
bijdraait. Heel erg dat je mama het contact met ons, haar dochters niet gunt.
Mama vindt het fijn om iets anders te horen, de één ontdekt dit in haar of zijn
leven, de ander dat. Je kunt elkaar aanvullen, zo kijkt zij er tegenaan. Zij
vindt het fijn dat wij meeleven en meedenken, met duurzaamheid bezig
zijn, liefde hebben voor de natuur en met elkaar werken aan sociaal
met elkaar omgaan.
Maar jij wilt helemaal niet dat
wij bijzonder zijn en een aanvulling zijn in jullie leven. Aanpassen,
gehoorzamen, verschrikkelijk en belachelijk dat je dat eist. En dan zeggen
dat je wil dat je een eigen mening hebt en beweren dat je me niet minacht om
die eigen mening.
Ik vind het meest oneerlijke dat
je Erik gebruikt om mama pijn te doen. Het heeft niets met Erik te maken.
Zij vindt het verschrikkelijk dat jij zo met je dochters omgaat.
Erik en Marthe eruit zetten is liefdeloos, egocentrisch. Ook al maakt iemand fouten
of doet iemand pijn, je kunt elkaar helpen, dat is liefde, wijsheid en passend bij jouw leeftijd zoals mama dat zegt.
Als Erik excuses moet aanbieden,
moet je ze ook in ontvangst kunnen nemen. Dat vraagt een open houding en de
echte bedoelingen willen begrijpen, het in een groter geheel zien. Er is veel
negativiteit, elkaar uitsluiten mag van jou in ons gezin. Jij wil je
negatieve houding niet zomaar opgeven. Ik kan je zeggen negativiteit kent
geen grenzen, het kan altijd erger. Jullie hebben de oorlog al
meegemaakt. Positiviteit is essentieel om vrede en harmonie te krijgen in
je leven.
Je weet dat wij echt wel alles
(willen) doen om problemen op te lossen en mama een beter leven te geven. Als
jij het goede in de ander ziet, dan is de ander goed, als jij het kwade in de
ander wil zien, dan is de ander een slecht iemand. Het is aan jou om het goede
in de ander te zien en te kiezen voor positiviteit. Dan kunnen alle problemen in een
dag opgelost zijn en heb je een ander leven. Maar jij bent te trots om
voor positiviteit te kiezen. Wat was je kwaad dat ik het woord negativiteit heb
ingebracht. Sindsdien laat je alleen maar nog meer zien hoeveel je daarmee
bezig bent.
Geen van je dochters en
kleindochters hebben kinderen gekregen, dat is ook niet natuurlijk en niet
normaal. Aart en Jan hebben nog nooit één keer in hun leven contact
gezocht en bepalen al 40 jaar dat er geen enkel contact mag zijn. Dat ligt echt
niet bij mij. Eén telefoontje van Jan zou ons allemaal een ander leven hebben
gegeven. Maar hij was te trots, Aart is te trots en jij bent te
trots. Als niemand hoeft toe te
geven, een beweging naar de ander hoeft te maken of initiatief hoeft te
nemen, komt niemand verder.
Ondertussen is mama aan het
lijden en kijkt iedereen de andere kant op. Wat erg dat je haar zo laat
lijden terwijl je weet dat het door de spanningen en de medicijnen
komt.
Erik is voor mij opgekomen en
heeft gezegd en willen zeggen dat hij vindt dat jij niet moet accepteren dat
Aart en Jan zo met mij om mogen gaan, dat je niet moet drinken en dat mama
geen medicijnen moet slikken. Het zijn allemaal zinvolle woorden. Jij
loopt weg, wil niet praten, jij roept die afschuwelijk
apathie op. Ik heb ook jaren bij jullie gezeten en niets kunnen of durven
zeggen. Je hebt geen idee hoe zwaar het is en hoeveel energie het kost om die
negativiteit, het niet mogen praten, het als vrouw
belachelijk gevonden worden, niet serieus genomen worden, te doorbreken.
Ik heb bijna zelfmoord gepleegd
en ben blij dat ik het niet gedaan heb en het heb overleefd. Ik heb niet voor
niets drie mensen nodig die me dag en nacht steunen om me staande te houden in
jouw negatieve sfeer.
Ik voel me heel onvrij en diep
geminacht door jou en mijn broers. Echt niet normaal hoe ik me moet aanpassen,
in bochten wringen, aardig moet doen, belangstelling moet hebben en nooit
het gevoel hebben of krijgen dat je blij bent. Het is gewoon nooit
goed, een rot gevoel.
Ik ben acht mei jarig. Acht mei,
klinkt als acht mij, dat betekent dus niet min-acht mij.
Heel naar om erachter te komen
dat je eigen vader niet met verbinden en positiviteit bezig is. Jij
probeert mij in de schoenen te schuiven dat ik met verdeel en heers bezig ben.
Maar dat is alleen maar als je met negativiteit bezig bent. In
een positieve sfeer kan iedereen er zijn en zichzelf zijn. Daar ben
ik mee bezig. Jij bent met uitsluiten, negativiteit en verdeel en heers
bezig. Ik ben dat niet en wil dat ook niet. Ik ben blij als iedereen
bij elkaar is en laat merken dat je blij bent met elkaar.
Jeannette heeft meer van jou en Jan overgenomen
dan ze wil (weten). Daarom is het ongelooflijk moeilijk om met haar
om te gaan. Ze is helemaal niet wie ze eigenlijk is, is nog steeds bijna
helemaal bezet door elke man die ze tegenkomt. Heel triest, maar als je alleen
maar negativiteit hebt ervaren, en je gevoel hebt uitgeschakeld herken je
positiviteit bijna niet meer. Dat kan alleen als je weer gaat voelen, je gevoel
durft toe te laten. Voelen is voelen, dat gaat niet met je verstand. Daar schiet
je verstand tekort. Als jij weigert je gevoel toe te laten komen wij
ook niet dichter bij elkaar. Je weet dat mama iets anders wil en ik ook,
maar je wilt je daar niet voor open stellen. Jij wilt alles bepalen en in
de hand houden.
Met mama kan ik
overleggen, samenwerken, elkaar laten weten dat we blij zijn met elkaar,
blij dat zij nog leeft, dat jullie nog samen zijn en ik met haar contact mag
hebben op een diep niveau, met wijsheid, openheid en liefde. Mama is blij
met alles, dankbaar als ik haar voeten vasthoudt. Dan wil je ook graag
iets doen, maar voor jou is alles wat ik doe bij voorbaat te weinig. Ik
kan geen goed doen.
Erik had graag gewild dat zijn
eigen vader niet geaccepteerd had dat hij slecht met zijn zussen is omgegaan.
Ik ook, maar jij wil niets horen en maakt alles wat ik en wij doen negatief. Je
maakt er iets van wat niets te maken heeft zoals het bedoeld is.
Met mij kan je altijd
praten. Mama is altijd blij met elk woord dat ik zeg, jij wordt kwaad van
elk woord dat ik zeg. Als we over jou praten, voelt ze spanning en krijgt ze
het benauwd en laat ze zien en merken dat ze de spanningen met jou bijna niet
meer aankan. Jij bent te trots om aardig te doen en bij te draaien en wat je
geleerd hebt in de kerk, in de bijbel leest, toe te passen in je eigen leven.
Jij kijkt niet naar jezelf
dat is je echte probleem. Het ligt nooit aan jou, het ligt altijd aan de ander.
Als jij vriendelijk bent en niemand uitsluit heeft iedereen in
je omgeving een beter leven. Wie haat zaait, zal haat oogsten. Niemand, ook jij
ontkomt niet aan de gevolgen van liefdeloosheid en liefdeloos
handelen.
Jan is overleden, door zijn eigen
en jouw hardheid. Jan wilde mij samen met Solveig kleineren en kregen daarvoor
steun van jou. Eindelijk 'gerechtigheid', eindelijk mocht ik negatief gemaakt
worden, niet alleen als ik alleen met hen was, maar nu ook met jou en mama
erbij. Maar het ging anders. In overleg met mama ben ik niet gegaan en Jan valt
twee weken later dood neer. Ik weet niet wat er gebeurd is, ik weet niet
dat hij mij op zat te wachten. Vervolgens mag ik niet eens weten dat hij in
coma ligt, al overleden is, maar in het ziekenhuis nog even de schijn
opgehouden wordt dat hij nog zou leven. Mama vraagt aan mij wat er gebeurd
is. Ik zeg een goede vraag en zeg dat het met de ruzie tussen papa en mij te
maken heeft, niet wetende dat het zoveel meer waar is dan ik maar
enigszins had kunnen vermoeden.
Dat is de laatste keer geweest
dat jullie Jan hebben gezien. Mij de les lezen, kleineren, met jouw
toestemming. Maar jullie hadden geen rekening gehouden dat er meer is
tussen hemel en aarde. Ik ben niet gegaan, omdat ik niet wilde dat ik door de
politie opgewacht zou worden, of dat het zou escaleren. Hoe het ook zat, ik
vertrouwde het niet en ben niet gegaan. Mijn gevoel heeft me gewaarschuwd.
Het zou helemaal geëscaleerd zijn.
Ik heb al heel veel overleefd,
maar mama is nu aan het lijden zoals je niemand gunt. Heel erg dat je
haar medicijnen geeft, bloedverdunners, de carbasalaat calcium is echt
rot spul, maakt haar dóódmoe, een diepe moeheid zegt ze. Marthe heeft als
kind 7 jaar ascal geslikt, gemeen spul zegt ze.
Je weet dat het niet goed is, je
wilt niet eens een maand proberen om te stoppen en kijken hoe mama zich
dan voelt. Haar voet is verstuikt, helemaal dik. Je gunt mama niet eens
een maand te mogen voelen en ervaren dat zonder medicijnen er een last van haar
af zal vallen. Liever klagen dat je het zwaar vindt om te moeten zorgen voor
mama, dan luisteren naar een advies over hoe je medicijnen, chemische rotzooi, eindelijk kan stoppen na 25 jaar. Dan zou het echt veel beter kunnen worden.
Als je het echt zo moeilijk hebt wil je echt wel eens iets proberen
waardoor het beter kan worden. Maar dan moet je ook niet klagen: Wie niet horen
wil, moet maar voelen.
Ik heb me 5 jaar verdiept
in medicijnen en de gevolgen ervan. Ik heb artsen advies gevraagd, ben
naar lezingen geweest, heel veel gelezen en ervaringen van mensen gehoord die
wij tegenkomen. Iedereen had wel iets te vertellen of meegemaakt over de
gevolgen van medicijnen, operaties. Mama slikt alleen maar medicijnen
voor jou, door jou, niet omdat ze dat zelf wil. Net als de operatie aan haar
rug, die ze ook zelf niet wilde. Heel erg, maar zo moeten we allemaal soms
door heel pijnlijke processen in de realiteit komen. Mama komt er achter dat jij
niet de man en vader bent die ze hoopte dat je zou zijn.
Ik heb nog nooit een (fijn)
gesprek gehad met mijn broers. Zij hebben ook geen contact met elkaar gehad.
Jij vindt dat allemaal maar normaal. Mama zegt nog zoals een moeder dat
kan zeggen: 'Ik houd van iedereen, het maakt niet uit wie er komt, ik vind het
altijd fijn als jullie komen'.
Wat je allemaal maar wilt
verbergen, het komt echt wel een keer aan het licht. Dood is geen dood, zoals
wij dat denken. Jan is nu ergens anders, maar echt niet opgelost in
het niets. Dat zou wel heel raar zijn. Maar als je denkt dat dood dood is, kan
je natuurlijk alles vrijblijvend doen, zonder gevolgen. Dan mag je iedereen
pijn doen, kleineren, minachten.
Voor het eerst kon Jeannette op
mama’s verjaardag erbij zijn, na 17 jaar gewerkt te hebben om enigszins
zichzelf en weer normaal te worden. Mijn broers hebben mij alleen maar
geminacht, 40 jaar niet gebeld, allebei niet en ook geen contact met
elkaar. Ze zijn geen broers voor mij geweest en ook niet voor elkaar.
Maar waar
is het goede voorbeeld? Als jij vindt dat ik van jou zou moeten leren en
jij niets van mij kan leren, zou jij toch in ieder geval een voorbeeld moeten
zijn. Dat ben je niet.
Mama is de wanhoop nabij en
ik weet inmiddels als ze zo moe is door de telefoon dat ze dan onder een enorme
druk staat. Als jij maar even aardig doet, klinkt zij kilo’s lichter.
Toen ik zei dat de politie mij op
zat te wachten, zei je minachtend: 'Hoe kom je daar nu bij!'. Jij
schrijft in de mail twee weken voordat Jan is overleden dat je een goed gesprek
had met de wijkagent, en dat je je laat vergezellen door twee mensen en niet
schroomt om de politie in te schakelen als ik zou komen. Heel naar dat je
mij dan uitlacht, omdat ik niet kan weten dat Jan en Solveig daar zitten, omdat
jij het niet verteld hebt en ik het dus ook niet kán weten. Erg dat je zo met
mij de spot drijft en mij uitlacht. Jan is overleden, maar dat doet je nog
niet terugschrikken.
Als je vindt dat je Erik en
Marthe eruit mag zetten, scherm je met de woorden van Jan die heeft gezegd dat
je hen eruit moet zetten en Jeannette en ik welkom moeten zijn. Maar nu
blijkt dat je daar ook helemaal niets van meende. Wat voor mij ook geen
verrassing is. Het is niet vanuit je hart, zonder gevoel heeft contact en leven
geen zin of waarde. Nogmaals het ligt niet aan Erik of Marthe.
Elkaar uitsluiten is niet de weg naar vrede en harmonie, kan dat ook niet
zijn. Maar als vrede of oorlog niet uitmaakt dan kan alles.
Leonoor
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat een reactie achter: